Onze redacteur moest door een schadeherstel aan de auto noodgedwongen een dagje met de bus, sinds lange tijd. En dat is toch rustgevende dan je denkt. Zijn ervaringen in dit redactie blog.
Het is kwart over acht als ik mijn auto aflever bij Schadenet Groningen voor een herstelbeurt van twee dagen. Nee, niet door eigen toedoen, maar niet minder zuur. Geen zin in een leenfiets, dus met de bus vandaag en morgen.
Verbrand rubber
Het ritje begint met lijn 12 naar het Hoofdstation, om vervolgens met lijn 9 richting huis te gaan. Kwart over acht de auto afgeleverd te hebben, meteen balend dat ik de bus net heb gemist en een half uur moet wachten op de volgende, want de dienst op het industrieterrein is een paar jaar geleden flink uitgekleed. De halte is ook niet echt een feest (een haltebordje en vertrektijdenbordje aan een lantaarnpaal, de halte heeft nog net een verhoogde stoeprand), maar er is genoeg te kijken als iedereen naar z’n werk gaat. In de tegenovergestelde richting reed nog een bevriende chauffeur, maar daar heb ik natuurlijk niets aan. Mijn chauffeur zou echter ook een soort vriend worden.
We hadden elkaar namelijk even nodig bij het Station Europapark. De bus was amper leeggelopen met scholieren voor het Alfa en Noorderpoort toen er een penetrante lucht van verbrand rubber in de bus door begon te dringen. Even was de chauffeur bang voor vastgelopen remmen, wat nog eens twintig minuten wachten voor de al vertraagde rit zou betekenen, maar na een korte inspectie op de stoep aan de Verlengde Lodewijkstraat kwamen de chauffeur en ik tot de conclusie dat het een bouwput op het Europapark moet zijn geweest. Wat het wel opleverde was een leuk gesprek over de autoschade en tegelijk verdween de rubberlucht ook weer.
Kleine momenten
Op dat moment was ik eigenlijk alweer klaar met de omslachtige stadsroutes, en was ik blij dat ik in lijn 9 naar Paddepoel zat. Maar ’s middags, toen ik richting het Martini Ziekenhuis moest, veranderde dat. Het was eigenlijk wel eens ontspannen om per bus in plaats van de auto te reizen in de middag. Zo zie je nog eens wat, bijvoorbeeld de binnenstad. Het geeft een mooi kijkje op de werkzaamheden aan de Aweg, de drukte die de Primark nog steeds veroorzaakt en hoeveel scholieren er nou eigenlijk in De Wijert naar school gaan (gelukkig reis ik in de tegenovergestelde richting). Ook de chauffeurs werkten daaraan mee.
Even over het ‘kort verkeer’ om bij de geopende Abrug te zeggen dat de tegenliggende bus eerst over de brug mag en even voor een passagier willen vragen of lijn 50 richting Assen op het station wil wachten, terwijl de bus nog lang niet op het perron staat. Verder viel het mij op dat toch steeds meer reizigers even de chauffeur groeten bij het in- en uitstappen, een positieve ontwikkeling.
Nieuwe generatie
Opvallend vandaag bij andere bussen was het grote aantal jonge chauffeurs, of eigenlijk chauffeuses. Opvallend vaak strak in de make-up, blond haar en prima met het besturen van een vehikel als een stadsbus. Een aantal jaar gelden maakte de branche zich nog wel zorgen of jongeren nog wel ‘op de bus willen’, maar het lijkt uiteindelijk allemaal goed te komen aan de vele nieuwe koppies achter het stuur te zien.
Bij avond terug
’s Avonds bij zonsondergang is het dan tijd voor de terugreis, opnieuw met lijn 9 van het Martini Ziekenhuis richting Paddepoel. Voordeel aan de wijzigingen van afgelopen december is dat een overstap niet meer nodig is, dat maakt de reis toch een stukje comfortabeler. De bus was een aantal minuten te vroeg bij het ziekenhuis en moest even de tijd afwachten. Ook de aankomst op het Hoofdstation was flink aan de vroege kant. De chauffeuse verliet ons, een aantal minuten later kwam er een ander. Na twee studentes te hebben uitgelegd dat ze beter niet met deze bus meekonden naar De Wijert, ook niet na eerst mee te rijden naar Station Noord (deze rit zou daar doorrijden als lijn 2 naar het Hoornsemeer) kwam er opnieuw een chauffeuse. En zij was absoluut een hoffelijke bestuurster. Iedereen begroeten, lol met de passagiers en coulant richting fietsers en voetgangers (behalve dan die ene die voorrang nam op het Zuiderdiep en in de dode hoek terecht kwam, maar die verdiende het ook). Met een flinke koopavonddrukte die goed werd verwerkt zat de reis er na een half uur weer op en is, mede door deze ervaring, mijn blik op de gang van zaken in het Groningse busvervoer weer flink verbeterd. Ik krijg bijna zin om morgen met de bus weer mijn auto op te gaan halen, alhoewel ik dan toch ook wel weer blij ben ik mijn auto te mogen rijden.