Meerdere fracties van partijen in Provinciale Staten in Groningen willen niet dat er nog meer bushaltes verdwijnen. Zij reageren bij lokale omroep OOG op de conclusies uit een onderzoek van het Planbureau op de Leefomgeving, waaruit blijkt dat in Groningen en Drenthe in de afgelopen vijf jaar het grootste aantal bushaltes is verdwenen.
Leendert van der Laan van de Partij voor het Noorden vindt dat er meer geld naar het OV-bureau moet om bushaltes- en verbindingen te behouden. “Van belbusjes zijn wij geen voorstander”, zegt hij. “Je kunt misschien wel denken aan kleinere bussen die heel geschikt zijn door de dorpen.” Van der Laan ziet dat het vanuit sommige dorpen niet meer mogelijk is om binnen een half uur naar bijvoorbeeld het ziekenhuis te reizen. “In de stad lukt dat vrij goed maar op het platteland heb je echt te maken met een andere situatie. En dan wordt toch die auto weer aantrekkelijk.”
Ook andere fracties maken zich vooral zorgen over het platteland, waar in de afgelopen jaren soms de enige busverbinding is weggehaald. De VVD ziet bussen als een cruciaal vervoersmiddel voor de leefbaarheid in dorpen. Tom Rustebiel van D66 ziet dat er de laatste jaren vaak lijnen worden ‘gestrekt’, waardoor bijvoorbeeld alleen nog over de provinciale weg langs een dorp wordt gereden. Dan neemt het aantal haltes overall in zo’n dorp ook af. De visie van de partij is om het niveau van de busverbindingen in stand te houden, maar Rustebiel benadrukt dat dat soms financieel gezien moeilijk is.
“Door de financiële situatie is het ingewikkelder om dienstregelingen overeind te houden. En daar ligt ook deels te oplossing, door meer geld in het openbaar vervoer te steken. Als politiek hebben we de keuze om deze trend te buigen en te stoppen. Maar dat is wel lastig. Momenteel wordt er veel gestaakt in het openbaar vervoer. De chauffeurs willen onder andere een hoger salaris. Maar als die verhoging uit dezelfde pot betaald moet worden waarmee we ook dienstregelingen in stand willen laten houden, dan wordt het wel ingewikkeld”, aldus Rustebiel.