Site pictogram OV Nieuws GD

100 jaar streekbussen in Groningen: van poging tot stadsvervoer tot bloeiend bedrijf in de regio

31 januari is een belangrijke datum in de geschiedenis van het busvervoer in Groningen. Op deze dag precies honderd jaar geleden startte de Groninger Autobusdienst Onderneming met haar activiteiten: de streekbusdienst in Groningen werd geboren.

Eigenlijk bestond het bedrijf al iets langer: in april 1924 begon de nieuwe onderneming van Appingedamsters Diele van der Ploeg en Albert en Henderikus Bos met het uitvoeren van een stadsdienst in Groningen. Concurrentie was er ook direct, van de gemeente. Zij begonnen met hun Gemeentetram, het latere GVB Groningen ook een busdienst en de dienst van de GADO bleek geen stand te kunnen houden. Noodgedwongen moest de GADO haar koers verleggen naar wat later de levenslijn van het bedrijf zou worden: streekbussen.

Start rond de Veenkololiën

De GADO werd op 31 januari 1925 formeel opgericht en legde zich vanaf dat moment toe op een streeklijn naar het Veenkoloniale gebied. Er kwam een lijn vanuit Groningen via Hoogezand en Noordbroek naar Zuidbroek. Al snel volgden uitbreidingen met lijnen naar Winschoten en Veendam.

Het nieuwe bedrijf bleek een succes en men ging al snel op overnamepad. Concurrenten Roland en de Fa. Buiskool, beide uit Zuidlaren werden overgenomen en hun lijnennet richting Gieten werd onderdeel van de GADO. Er kwam een busstation aan het Zuiderdiep in de stad (waarvan de restanten nog altijd voor een deel zichtbaar zijn) en er kwamen diverse bedrijfjes bij, waaronder de dochteronderneming WAD in de Veenkoloniën. In 1937 werd de GADO zelf overgenomen door NS-dochtermaatschappij ATO.

Het tijdperk NS

De Nederlandse Spoorwegen zouden tientallen jaren bij het bedrijf betrokken blijven. De eerste jaren verplaatste de GADO-hoofdzetel naar Utrecht, maar na de Tweede Wereldoorlog werd de GADO een rechtstreekse dochteronderneming van de NS en ging het hoofdkantoor terug naar Hoogezand. Intussen volgde uitbreiding op uitbreiding, totdat de GADO in de jaren 70 overbleef als enige streekvervoerder van Groningen. In 1975 werd GDS volledig ingelijfd, maar dit bedrijf was sinds 1958 al een GADO-dochter. GADO en GDS waren op dat moment vanwege de voorgeschreven gele kleur van de bussen nauwelijks nog van elkaar te onderscheiden, en van de noodzaak van een apart bedrijf voor voorstadslijnen zoals de GDS was (in het gebied rond Haren en Eelde) was ook geen sprake meer. Het was een logische stap om onder de naam van GADO verder te gaan.

De NS wilde van Groningen en Drenthe één streekbusgebied maken, eigenlijk zoals in de tegenwoordige tijd met de busconcessie ook het geval is geworden. De NS was voor 40 procent eigenaar van Drentse streekvervoerder DVM en wilde beide bedrijven in 1972 laten opgaan in één nieuwe firma. Het waren de Drenten die dit tegen wisten te houden. Ondanks dat al werd samengewerkt op directieniveau en er samen lijnen werden geëxploiteerd en bussen werden ingekocht, vond het DVM-personeel een volledige fusie met de GADO te ver gaan. De plannen werden afgeketst.

ESO, ABS en VSN

Schaalvergroting vond in de jaren erop plaats in het Nederlandse streekvervoer. In 1974 gingen nagenoeg alle streekvervoerders in Nederland samenwerken in de ESO, om het openbaar vervoer sterker en slagvaardiger te maken. Aangezien dit een initiatief van de NS was, werden alle 13 NS-streekbusdochters, waaronder de GADO, ook in deze samenwerking ingebracht. In 1982 stootte de NS al haar belangen in het streekbusvervoer af. De aandelen werden ondergebracht in de NV Aandelenbezit Streekvervoer (ABS). De niet-NS-bedrijven binnen de ESO gingen in 1989 met de ABS verder als VSN.

Het idee achter de VSN was om het streekvervoer in Nederland bestuurlijk anders in te richten en met minder en grotere bedrijven verder te gaan. Het voortbestaan van de naam GADO kwam daarmee in direct gevaar, want het was de bedoeling om de GADO samen met FRAM, en de reeds gecombineerde DVM en NWH op te laten gaan in het nieuwe VEONN. Dit plan ging uiteindelijk niet door en de GADO bleef een zelfstandige onderneming, de namen FRAM, DVM en NWH legden wel het loodje.

In 1995 fuseerde de GADO met taxibedrijf De Grooth tot de Hanze Groep. De namen bleven vooralsnog afzonderlijk bestaan, maar nieuwe wolken ontstonden boven de GADO door de aanstaande Wet Personenvervoer 2000. Deze nieuwe wet maakte openbare aanbesteding noodzakelijk en de VSN Groep werd gesplitst. Een deel van de bedrijven zou eind jaren 90 worden verzelfstandigd tot het nieuwe bedrijf Connexxion. De overige bedrijven, waaronder de GADO en VEONN, werden verkocht. Het Britse Arriva kocht beide bedrijven en wist het streekbusvervoer in de provincie Groningen bij zich te houden. Eerder hadden de Britten het gemeentelijke vervoerbedrijf van Groningen al gekocht, waarmee één vervoerder overbleef in de hele provincie. De oude kleuren van de voormalige bedrijven bleven nog jaren zichtbaar, want Arriva bleef met de oude bussen, veelal in de bestaande kleuren doorrijden.

2009: opvolger GADO moet alsnog plaatsmaken

Via rechtsopvolger Arriva bleven de roots van de GADO tot eind 2009 actief in de provincie. Een nieuwe aanbesteding voor al het busvervoer in Groningen en Drenthe werd echter gewonnen door het destijds jonge busbedrijf Qbuzz, deels in eigendom van de NS. Dat betekent dat de spoorwegen indirect hun oude bedrijf aflosten. Qbuzz is tot op de dag van vandaag de busvervoerder in Groningen en Drenthe en rijdt sinds kort ook de lijnen vanuit Friesland, ooit dus FRAM-domein.

De GADO is wel weer een beetje terug te zien in de straten, want een serie elektrische bussen rijdt rond in een gele kleurstelling, bedoeld als een knipoog naar de GADO en de historie van het streekvervoer. Wat betreft de bussen zelf is er ook nog genoeg te zien. Een aantal oud-GADO-bussen is naar musea gegaan: vier bussen zijn in bezit van het Nationaal Bus Museum in Hoogezand en OV-Collectie Nederland in Friesland heeft één bus in haar bezit. Daarnaast rijden in diverse landen, waaronder Cuba, nog altijd oud-GADO-bussen in de lijndienst.

Erfenis nog altijd te zien

Als je niet uitsluitend naar de voertuigen en namen kijkt, dan kun je in Groningen nog altijd GADO-erfenis ontdekken in de lijnvoering. Bijvoorbeeld lijn 65 naar Zoutkamp. Deze lijn bestond al in de tijd van de Marnedienst (reeds voor de Tweede Wereldoorlog), wat uiteindelijk een GADO-bedrijf werd. De GADO heeft jarenlang een stalling gehad en Zoutkamp en tot op de dag vandaag is in dit dorp een busstalling te vinden.

Een ander voorbeeld is de huidige lijn 6. Deze lijn had tot enkele jaren geleden het lijnnummer 140 en was de sneldienst van lijn 40. Beide lijnen bestonden al in de GADO-tijd. En dan is er nog lijn 40 tussen Emmen en Groningen. Niet direct een GADO-lijn, deze sneldienst tussen Groningen en Emmen. Lijn 40 startte al kort na het eindigen van de Tweede Wereldoorlog en werd in een later stadium in samenwerking met GADO als lijn 50 gereden. Een verder versnelde versie van deze lijn ontstond later en is onder GADO/DVM-vlag uiteindelijk opgegaan in Interliner 300; thans als Qliner nog altijd één van de belangrijkste buslijnen van Groningen en Drenthe bij gebrek aan een treinverbinding tussen beide plaatsen.

Reünie

Voor oud-medewerkers van de GADO wordt op 12 april een reünie georganiseerd bij het Nationaal Bus Museum. Oud-werknemers kunnen zich hiervoor aanmelden via het mailadres gado100jaar@gmail.com

Mobiele versie afsluiten